Koreanen moeten gras eten om te overleven.

Noord-Korea wordt getroffen door een hongersnood die zeker zo ernstig is als die in de jaren 90. Toen kwam een miljoen mensen om het leven. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) breidt daarom de voedselhulp in het land uit.

Gras
Noord-Korea telt 23 miljoen inwoners en heeft zeker tot oktober volgend jaar hulp nodig. Dan is de oogst binnen en zou de hulp kunnen worden verminderd. Volgens de directeur van het WFP eet de helft van de Noord-Koreanen nu voedsel uit het wild, zoals gras en wortelen.

Dringend
In juni leverden de Verenigde Staten namens het WFP al 400.000 ton voedsel af in Noord-Korea. Meer voedsel is dringend nodig, aldus het WFP. Ook zoekt het VN-programma 20 miljoen dollar (13 miljoen euro) om de voedseltransporten te organiseren. De honger in Noord-Korea wordt veroorzaakt door hoge voedselprijzen en verwoestende overstromingen die vorig jaar de oogst vernielden. (anp/gb)

Daar is de zon… jaja…

Zie je nu wat ervan komt, dat gezeur … wij willen zon.

Door de dag kan je amper ademhalen en daarna onweer.

Eerst ging vorige week maandag de zomer beginnen, jawadde, ik had al zo’n vermoeden. Geen zon, niks, noppes!

Voor zaterdag was de voorspelling van het weerbericht veelbelovend… aan zee.

Maar voor Limburg: onweer en nog eens onweer.

Ik hoefde niet lang na te denken, mijn treinkaart bevatte nog twee ritten, ik ging naar zee. Mijn tas is rap gepakt, buiten de gewone vrouwelijke benodigdheden, een regenscherm en een opplooibaar regenjasje, dat weinig plaats inneemt en soms ook kan dienen voor als er veel wind is. Geen van beide heb ik nodig gehad. Eventjes wat bewolking, maar de rest van de dag stralend weer. Ook 28 gr. maar met lucht bij, heerlijke zeelucht.

Een dagje zee betekent voor mij vooral genieten, dat bestaat uit: eten, drinken, wandelen, winkels in en uit, niet per se in die volgorde. En mijn terrasjes niet te vergeten. De Venetienne, waar ze Ice Tea serveren met een schijfje limoen… lekker, lekker…

Op een moment zat ik net naast een parasol en voelde enkele drupjes vallen. Rond mij gekeken, maar het bleek alleen bij mij te zijn. Omhoogkijkend zag ik dat ze echt uit de lucht vielen. Alhoewel de zon scheen en er maar enkele fijne wolkensliertjes te zien waren. Het moet een heel klein wolkje geweest zijn. Nu had ik zowaar mijn eigen privé-regenwolkje.

Ik besloot om de trein van tien na zes te nemen (drie uur sporen), maar heb toch even getwijfeld… het was nog zo heerlijk warm… zou ik een uurtje later vertrekken? Maar dan was het misschien een stormloop van mensen die net hetzelfde idee hadden als ik.

Even vóór Hasselt begon het te gieten en tegen dat we aan het eindstation kwamen, viel het water met bakken uit de hemel.

Goh… daar stond ik mooi, met mijn witte driekwartbroek en open schoentjes. Gelukkig had ik mijn regenscherm en dito jasje bij (wat een voorzienigheid). Wachten bracht niets op, het bleef maar gieten. (dat was wat anders dan een privé-wolkje)

Voor een bus, die aan mijn deur stopt, was het te laat. Het is maar tien minuutjes gaan en dat deed ik dan maar.

Djeezus, wat was ik nat! Mijn voeten sopten in mijn schoenen en zelfs mijn regenscherm vertoonde al lekkages (net in het midden, waar dat topje zit).

Awel, toen vond ik het echt spijtig dat ik niet een uurtje langer ginder gebleven was!

Award- stokje.

Wat een eer… van madameblogt kreeg ik deze award, waarvoor dank, maar het is in feite een stokje.

De bedoeling is dat je hem doorgeeft aan zeven blogs welke je graag leest.

Jammer genoeg weet ik niet hoe ik de links erbij moet plaatsen zoals het eigenlijk zou moeten. Maar ik stuur mijn favorieten een berichtje in het reactieluik. Wie naar de blogs wil, vindt de namen in mijn blogroll.

En van de genomineerden wordt verwacht om ook zeven andere blogs deze eer te schenken.

Ik ga dadelijk aan de slag:

Dorien, omdat ze net als ik van cavia’s houdt.

Chocomoose, omdat hij zo vertederend kan schrijven over de zapjes.

Tante Annie, omdat ik vermoed dat ze hier ergens dichtbij woont.

Adelheid, omdat haar blog overloopt van poëzie, die ik niet altijd begrijp, maar dat hoeft ook niet. Het is allemaal zo mooi om te lezen.

2Complex, ze schrijft helemaal niet complex, fijn blogje om te lezen.

Margo, omdat ik het gevoel heb dat wij samen goed zouden kunnen praten.

Lentesneeuw, een blog dat mij aantrekt, waarom? Gewoon omdat het zo is…

Jullie kunnen de award op je eigen blog zetten en dan de zeven andere uitverkorenen vermelden.

En dan zijn er nog zoveel blogs die ook in aanmerking komen, maar ik moet mij beperken tot zeven… jammer…

Nogmaals dank aan Madame voor de uitleg om de links alsnog te kunnen maken. Joepie! Weer iets bijgeleerd!

Motard beseft pas na 120 km dat hij zijn vrouw vergat.

Toppunt van verstrooidheid: een motorrijder die pas na 120 kilometer in het snotje krijgt dat hij zijn achteropzittende vrouw kwijtgespeeld is. Het overkwam een 53-jarige man en zijn acht jaar jongere vrouw toen ze gisterenmorgen terugkeerden van een verblijf in Duitsland.

Tank volgooien
Het koppel wilde in de omgeving van Strasbourg nog snel even de tank volgooien en de innerlijke mens versterken, maar dan loopt het fout. Meneer vertrekt alleen en zit al bijna in Mulhouse als hij voor het eerst onraad ruikt. In paniek rept hij zich naar de eerste politiepost op zijn weg en verklaart dat zijn vrouw “er ongetwijfeld afgevallen is en ergens op de snelweg moet liggen”.

Goed excuus
Een uitgebreide zoektocht levert uiteraard niets op, want mevrouw zit intussen geduldig te wachten aan het tankstation. Vier uren en een telefoontje met een vriendin later raakt het mysterie dan eindelijk opgelost. “Al die tijd wachtte ze rustig op de plek waar hij haar achtergelaten had. Gek genoeg bleef de man zelfs dan beweren dat hij er zeker van was dat hij zijn passagier meegenomen had”, aldus een opgetrommelde agent. Voor de motard in kwestie zat er niets anders op dan de 120 kilometer in omgekeerde richting af te leggen en… een goed excuus te verzinnen. (svm)

Weeral Big Brother.

Het begon er mee dat ik vandaag naar Maastricht wilde met de bus. Op Belgische feestdagen zijn de winkels daar open en ondanks de zondagsregeling van ‘De Lijn’ waren er nog extra bussen voorzien. Zoveel volk werd er dus verwacht.

Maar toen mijn wekker afliep en ik het buiten hoorde gieten, net zoals in de nacht trouwens, was mijn zin al over. Rondlopen in de regen en overal kletsnat binnengaan. Nee, morgen dinsdag is er ons verzekerd dat het mooi weer is, dus ik ga morgen.

Via google wilde ik even uitzoeken wanneer de wekelijkse markt is, ik dacht dinsdag en vrijdag, maar het is woensdag en vrijdag.

En dan zag ik plots staan: webcam live Vrijthof. Nieuwsgierig als ik ben klikte ik aan en inderdaad, je zag het hele Vrijthof. (het weer was daar nog slechter dan hier). Maar voor het eerst zag ik bewegende beelden. Meestal zijn het foto’s die na zoveel tijd ‘hernieuwen’. Nu zag ik mensen lopen met regenschermen, bomen die bewogen in de (felle) wind en voortjagende wolken.

Het gaf mij een gevoel alsof ik het wiel ontdekt had en begon verder te zoeken.

Ik kan nu ook zien welk het weer aan zee is, in Nieuwpoort.

Dan zocht ik op ‘Genk’. En ja hoor: het hele stadsplein werd zichtbaar. Eerst geen beweging, maar de reden was dat er helemaal niemand rondliep, want plots zag ik een koppel dat de hond uitliet. Dan ook een man met regenscherm die zijn kinderen ‘uitliet’. Er werden mij plots tal van mogelijkheden geboden: Ik kan zien of het druk is op de wekelijkse markt, alsook de rommelmarkt. Heel veel evenementen vinden daar plaats. Misschien vind ik ook nog geluid, zodat ik alles van hier uit kan beleven.

Een tweede webcam staat gericht op het jeugdcentrum. Dus als daar nu op een vrijdagavond iets ‘loos’ is, even kijken waarom ik de politiesirenes hoor.

Waw! Overal waar we lopen worden we bekeken, weliswaar onherkenbaar, maar toch.

In Nederland gaan ze nog verder. Je ziet binnen in een coffeeshop of in een ijssalon en bij die laatste waren de mensen wel te herkennen.

Het doet toch raar, ik voel mij een beetje een gluurder, een Big Brother euh… sisther dan.

Wanneer ik op het plein loop zal ik eens zwaaien voor diegenen onder jullie die net aan ’t kijken zijn!

Opwarming? waar?

Waar blijft de zomer, waar is de zon?

’t Is koud, maar ik hoop dat ze weldra zal komen.

De bloemen die wachten

raken niet in bloei.

En veel mensen vertrekken naar Rome.

Weldra is ’t weer herfst, het gaat ook zo snel.

Opwarming, daarvan is weinig te voelen.

De planten verzuipen

die zijn nat genoeg.

Toch blijven de mensen hier wonen.

Waar is de zomer, waar is de zon

Misschien in mijn dromen maar ooit zal ze komen…

Wat zou ik doen?

Soms wanneer ik rond wandel, denk ik wel eens: Kan ik niet eens iets moois of waardevol vinden. Je hoort zoveel over mensen die een armband of een gouden ring verliezen. Zelf ben ik ook wel al eens iets kwijt geraakt. Maar iets vinden… vergeet het maar.

En wat zou ik ermee doen (moest ik uiteindelijk toch eens iets tegenkomen dat een ander verloor) Ik denk dat ik het zou houden… ja beslist…

Want hoe moet je er achter komen aan wie het toebehoort?

Vandaag ging ik boodschappen doen. Enkele betalingen bij de self-banking. Ik moest nog even wachten, er zijn maar twee automaten en die waren beiden bezet.

Eindelijk ben ik aan de beurt en begin met mijn kaart in te geven en zie dan plots naast mij een herenportefeuille liggen, gewoon op de desk. Die moet van die mijnheer zijn die daarnet vóór mij was en daarna de bank binnenging naar het loket.

En op zo’n moment reageert mijn verstand automatisch. Ik neem de brieventas en ga naar binnen: mijnheer uw portefeuille!

Die man was natuurlijk heel tevreden. Jaja, ik zou dit en ik zou dat…

Zelfs geen dilemma, geen ogenblik gedacht: ik wacht even en samen met mijn papieren steek ik hem dan in mijn handtas. Niets van dit alles.

En al zat er 50 € in, was ik dan rijker als ik ze gehouden had? Ik hoef niets wat mij niet behoort.

En ik zal ook gerust slapen vannacht, geen slecht geweten zal mij wakker houden.

Soms kan een week héél lang duren.

Zoals de voorbije week. De hele week ziek geweest: darmontsteking.

Je kan dan gaan nadenken wat zou ik misschien verkeerd gegeten hebben, maar het maakt niets uit.

Ik heb wel bij geleerd, nooit geweten dat darmen zoveel water kunnen bevatten en loslaten. Een nacht was het gedurig aan naar het toilet. Pas in bed, weer op. En dan ook nog ziek voelen.

Ik ben zo iemand die niet in bed kan blijven. Dat is een uurtje gaan liggen en dan weer op.

Een geluk: ik was niet misselijk, daar heb ik medicatie voor, dus ging het allemaal naar beneden. Maar is dat beter? ziek is ziek!

Voor mij is dat een hele week naar de botten, waar ik echt niets aan heb. (ik hou hout vast dat het nu gedaan is) Ondertussen voel ik mij zoals een oude slappe vaatdoek.

Nee er zijn fijnere dingen om een week door te brengen!

Hoe gaat het nu met Sissi?

De cavia’s op de foto zijn: de bruine met wit kruintje, Pinky. Overleden aan een niertumor. De bruin-witte: Babe, overleden aan klierkanker. De zwart-witte: Molle, al zwanger toen ze maar zeven weken oud was (je kan het zien aan de zijkant, die wat uitsteekt) Gelukkig is Molle nog in goede gezondheid.

Dat is de vraag. Ik zou moeten teruggaan naar het begin, omdat ik gevoeld heb dat er mensen gechoqueerd waren over het feit dat ik haar kon gaan ‘ruilen’ , dit vereist enige uitleg in de juiste context.

We gingen kijken naar een nestje goud-agouti’s. Maar daar zaten vier mannetjes tussen en het enige vrouwtje wilde de kweker zelf houden. Er was een nestje ‘Buf’s’ die hebben een mooie goudgele kleur, maar ze waren nog te jong om mee te nemen.

Net de dag ervoor had de man een hele doos cavia’s opgehaald bij een oude dame, die er niet meer voor kon zorgen. Hij zei dat ze daar heel miserabel zaten, maar meer niet. Op het eerste zicht zagen ze er nochtans goed uit. Allemaal crème- kleurig, en goed doorvoed. Als ik wilde mocht ik daar een van hebben, maar ik vond ze al te groot. Tot ik Sissi zag, het kleinste uit de hoop. Hij wist natuurlijk ook niets over haar achtergrond, dus het was op goed geluk. En het was toen dat er gezegd werd: moest er iets zijn, kan je haar nog komen ruilen voor een andere. Ik bekeek haar aan alle kanten, zoveel ken ik er wel van dat ik weet dat alles proper moet zijn: oortjes, oogjes, neusje, achterwerk. En dat was bij haar het geval.

Er waren al snel problemen met voeding en gedrag. Ik weet niet of een cavia autistisch kan zijn, maar deze doet mij daar soms aan denken.

Ze eet enkel witloof en gemengd voeder, waar ook veel goeds in zit. Er is geen enkele groente die ik niet geprobeerd heb. Paardenbloemenblad, ja een keer at ze ervan. Gewoon brood wil ze niet, af en toe een stuk knäckebrot, maar ook niet te dikwijls. Ik haalde vit. c pilletjes, daar krijgt ze een per dag van en dat eet ze als een snoepje. (wat ik al helemaal niet verwachtte)

Gisteren kreeg ze enkele dikke bosbessen, die ze niet bekeek en daarna waren ze toch stiekem op.

Een klein beetje hooi eet ze op een heel rare manier. Ik stop haar nachthokje vol, daar kruipt ze tussen en zoekt sprietje voor sprietje de roodachtige draadjes uit, die ze aan de kant legt. Als ze kon tellen zou ze dat misschien ook nog doen of er een pull mee breien. Het lijkt toch een immense bezigheid en dan nog in ’t donker. ’s Morgens zie je dan alleen die roodachtige sprietjes.

Haar nachthuisje is haar paleis. Ze schuift er mee rond en gooit zo alles overhoop. Op een avond had ik het eens tegen de zijkant gezet en ze heeft drie avonden aan een stuk geklaagd en zielig gekeken eer ik doorhad wat de reden was. Zo kon ze niet schuiven. Toen het terug andersom stond was alles oké.

Op haar speelse dagen is ze heel leuk, dan leg ik een handdoek naast mij op de zetel en daar kan ze rondspringen. Dan wipt ze op mijn schoot en legt haar voorpootjes in mijn hand. Zo kijken we samen tv. Tot ze het beu is en aan mijn duim begint te likken, dat schuift op naar proeven, dan naar knabbelen en moest ik niks zeggen zou het bijten worden. Na een luid néé en een tik zegt ze meuhh? Alsof ze wil zeggen: ik mag hier ook niks!

Zindelijk is ze ook. Wil ze een plasje doen, wijst ze met een lange nek naar haar bak en doet daar onmiddellijk haar behoefte.

De dagen dat ze minder speels is, ligt ze gewoon tegen mij aan en moet ik mijn hand op haar leggen. Dan knottert ze van alles in caafjestaal.

Nu is het zo dat de speelse dagen sterk aan ’t minderen zijn. Het is ook precies of ze aan haar linkerkant een gezwel krijgt. Ik herken dat van mijn cavia Babe. Dat is geen goed teken. Op de tijd dat ze hier is, kwam ze 140gr. bij, maar dat kan ook het gewicht van het gezwel zijn.

Natuurlijk heb ik haar niet teruggebracht, ik wilde haar een kans geven. Het zou wel eens kunnen dat het maar voor enkele maanden is.

Als zondag het gras droog is, ga ik hier achter kijken voor klaver, dat heeft ze ook al eens gegeten. Dat grasveld wordt elke week gemaaid door de groendienst van de gemeente, maar misschien staat er wel wat, na een dag verlof en het weekend.

We zijn weer vertrokken…

De zomerse rommelmarkt is weer begonnen. Elke zondagvoormiddag, in de maanden juli en augustus, kunnen we hiervan genieten.

Er zouden zo’n 900 standplaatsen bezet zijn, leert het programmaboekje mij. Ik kreeg het van een overmaatse konijn, die mij verzekerde dat hij de paashaas niet was, maar wel Bugs Bunny.

Met het hele verbouwen in Genk is er nu nog meer plaats voor de verkopers.

Ik vertrek in mijn nieuwe solden-outfit, ik regel mijn koopkracht wanneer het soldentijd is. Mijn witte driekwartbroek, hoor ik daar iemand: ‘dat is so not done’, het kan op de blogmeeting geweest zijn, maar hier is het ìn en vooral in ’t wit. Ik weet wel dat ik een dik gat heb, maar dat is in een zwarte broek even dik. En als ik zo rond mij kijk… er zijn nog veel dikkere gaten, gatten, mensen met een dik gat, dus ik voel mij ìn. Zelfs met mijn streepjes t-shirt en mouwloos vest.

Het eerste wat ik zie zijn de porseleinen poppen, maar ik weet dat ik er geen mag kopen, want nu heb ik ècht geen plaats meer. De broer en zus poppen op de foto zijn van vorig jaar. Mijn zus noemt die altijd lachend de twee dikke Duitsertjes. Ik zie ook uiltjes, jaja, doet mij denken aan twee iemanden.

Verder kom je de onmogelijkste dingen tegen, je houdt het niet voor bestaande wat sommigen nog kunnen gebruiken. Een man die het koopje van zijn dromen gedaan heeft: een vrouwenbeen, zoals je ziet in de kousenwinkels. Wat zou ik graag weten wat hij daarmee gaat doen… of misschien toch liever niet. Kleding wordt er ook veel gekocht. Vreemdelingen die nog naar hun thuisland op vakantie gaan, slepen koffers vol mee. Die mensen zijn daar waarschijnlijk heel blij mee.

Op het podium treedt er een bigband op, heel gezellige muziek. Even rondturen of ik plaats zie en net naast mij komt er een tafeltje vrij, daar heb ik meestal geluk mee. En dan mijn dorstlesser: Ice Tea in een bol glas mèt ijs. Als ik het zo niet bestel sta ik soms voor verrassingen. En voor mij is dat de enige manier om Ice Tea te drinken.

Op het stadsplein is er ook een tentoonstelling. Ik ga even kijken en sta verstomd wat sommige workshops te bieden hebben. Er is een schilder die ‘trompe ‘l oeil’ maakt. Een houten blok wordt in zijn handen een marmeren zuil mèt voet. Hij is heel tevreden met mijn interesse en geeft uitleg over alles. Voor hem is het al geen hobby meer, maar een obsessie. Heel interessant gesprek heb ik daar gehad.

Deze avond is er nog een groot optreden voorzien van ‘zo is er maar één’. Boh… als het droog blijft…

Wie eet wie?

Gisteren liep er een klein hooiwagentje over de muur in de keuken. Ik wilde dat beestje er af blazen, maar er was iets raars mee en ik had mijn bril niet op.

Bril gehaald en beter gekeken. Tot mijn grote verbazing zag ik zelfs oogjes naar mij kijken (zou ik nog nooit een spinnetje zo aandachtig bekeken hebben?)

In haar/zijn bekje zat er een zilvervisje, dat zijn die kleine witte beestjes welke je soms wel in de badkamer tegenkomt.

Ik had het gevoel dat de spin fier haar/zijn buit liet zien.

Het verbaasde mij toch, want ik dacht dat zilvervisjes de spinnen opeten?

Zo kon het blijkbaar ook. Hardop zei ik tegen de spin: flink gedaan, loop maar door!

Ach, heb ik nu toch spijt dat ik niet minstens geprobeerd heb om een macro-opname te maken, vermits ik de oogjes kon zien was het misschien wel gelukt met mijn digitaaltje…

Een kilometer verhuisd en alles andersom.

Het is al twee jaar geleden dat ik naar hier verhuisd ben. Het is ongeveer een kilometer verder. Maar toch maakt het een wereld van verschil.

Vroeger had ik de Carrefour rechts van mij, het Kruidvat naar links. Voor mijn favoriete koffieshop hoefde ik maar de straat over te steken.

Maar moest ik naar de post of het stadhuis of de bank, dan was dat een serieus stuk lopen.

Door te verhuizen heb ik het omgedraaid. Ik woon aan de post, stadhuis, belastingkantoor en dicht bij de bank. Maar voor de Carrefour moet ik een kilometer lopen.

Vroeger viel mij dat zo niet op, maar sinds Genk on stage heb ik gemerkt dat door dat verhuizen mijn leven meer veranderd is dan ik dacht. Toen zat ik midden tussen de (harde) muziek, en om er een beetje tegen te kunnen verkoos ik om niet binnen te blijven. Terwijl ik nu twaalf uur te laat vond om naar het laatste optreden te gaan.

’s Avonds ging ik nog wel eens een wandeling doen of gewoon een ijsje halen, maar nu zou ik daar een half uur voor moeten lopen. Wat maakt dat ik zo laat bijna niet meer buiten kom.

Eigenlijk kan ik dus een lijstje maken van de voor- en nadelen en het zou ongeveer in evenwicht zijn.

Maar toch één overeenkomst… de toeterturken maken hier evenveel lawaai!