DROMEN…

Stenen trappen zweven tot het strand…

steeds opnieuw die droom,

geen begin en zonder einde,

blote voeten sporen op het zand.

De felle zon verblindt mijn zicht,
er staat een donk’re schaduw,
‘k weet echt niet wie het is,
zijn silhouet beneemt mijn licht.

Ooit start mijn droom wat later,
en zie ik zijn gelaat heel klaar,
maar hoeveel dromen zal hij wachten,
misschien ben ik dan wel te laat.